Auto
Met de zomervakantie in zicht slaat de twijfel weer toe. Gaat hij het nog redden? Lukt het hem nog om die lange reizen naar het zuiden van Italië en naar Nederland te maken? Of moeten we onze auto nu echt inruilen voor een jonger exemplaar? Twijfels met een gevoel van verraad. Eigenlijk heeft hij ons nog nooit echt in de steek gelaten. En na ruim tien jaar lief en leed gedeeld te hebben, zijn we nogal aan hem gehecht.
We besluiten verstandig te zijn en toch rond te kijken. De kinderen speuren met ons mee. We wikken en wegen en slapen er nog een nachtje over. Maar we hakken uiteindelijk geen knopen door. De mogelijke opvolger van ons trouwe beestje moet wel een waardige zijn. Een stapje vooruit als het kan. En er zijn in onze ogen maar weinigen die aan hem kunnen tippen.
Dan roept onze dochter opeens dat ze dé auto voor ons heeft gespot. Als ik met haar ogen naar de wagen kjk, snap ik haar opgewonden gezicht. Het is inderdaad een mooie. Roomkleurig. Lang met een ietwat verhoogd dak. En als je de ontbrekende achterbank er in zou zetten, blijft er meer dan genoeg ruimte over vor de spullen die wij tijdens onze zomerreizen meeslepen. Perfect gewoon. Mij gemengde gevoelens erbij zijn eigenlijk lachwekkend, maar ik besluit ter plekke dat we deze zomer weer gewoon met onze oude bak op stap gaan. En ik hoop dat het nog heel lang duurt voordat ik een ritje maak in die prachtig glimmende begrafenisauto.
(26 juni 2009)
Leave a Reply