‘t Is alweer ruim 7 jaar geleden, april 2005. Na een gezellige middag met uitloop bij vrienden waren we op weg naar huis toen we opeens overal de doodsklokken hoorden luiden. Paus Johannes Paulus II was niet meer. Een paar weken daarna volgde Benedictus XVI hem op. En vandaag kondigde hij zijn aftreden aan, iets wat maar zes Pausen voor hem deden.
Van zijn voorganger herinner ik me verschillende gebeurtenissen. Zijn bezoek aan Nederland, waarbij ik meteen het deuntje ‘Popie Jopie’ van Spaan en Vermeegen begin te fluiten. Een foto van een sportieve Paus op skies. Beelden van een Paus in een Pausmobiel. De Paus gebogend zittend naast de man die hem neerschoot. Maar bij Benedictus heb ik hoe genaamd geen herinneringen. Bij hem denk ik slechts aan één ding, een vrij onplezierige ervaring waar de arme man niet eens iets aan kon doen.
Wat kun je doen als je op een zondag in Rome bent? Van alles, hoewel ik het Sint Pietersplein en het bezichtigen van de Basiliek nu niet meer zou aanraden. Wij waren echter toevallig in de buurt en de grote mensenmenigte schrok ons niet af. We stonden als schaapjes in de rij, lieten onze tassen zien, hielden de kinderen netjes aan de hand en waren ietwat verbijsterd door alle pracht en praal in de basiliek van Sint Pieter. En toen maakten we een stomme fout: een minuut of 10 na afloop van de mis dachten we dat het wel ‘veilig’ zou zijn om weer naar buiten te gaan. Maar zo gauw stroomt zo’n gigagebouw als de Sint Pietersbasiliek niet leeg. Dus bevonden we ons opeens in een stroom van mensen die allemaal langzaam naar buiten schuifelden. We hadden zonder problemen het plein af kunnen komen, ware het niet dat achter ons een stel zeer devote Poolse toeristes liep dat besloten had dat hun Rome-reis niet compleet was zonder een glimp van ‘Bene’ te hebben opgevangen. Ze duwden en duwden en duwden nog maar eens om zo gauw mogelijk vooruit te komen. De wereld om hen heen bestond niet meer, hun ogen waren alleen gericht op ‘Het Venster’ en de opwinding was compleet toen de stem van de Paus over het plein klonk. Dat onze pukken voor ons liepen en door hun geduw in de verdrukking dreigden te raken, drong ondanks ons protest helemaal niet meer tot hun door. En toen mijn behoefte om eens stevig uit te halen bijna onhoudbaar werd, was (mijn? hun? wie zal het zeggen?) redding nabij. De stevige Romein naast me zag wat er gebeurde, stond stil, schoof tussen ons en de Poolse delegatie in en bleef daar pontificaal met zijn handen in zijn zij staan. De Poolse dames ontwaakten uit hun extase nadat ze merkten dat ze hun geduw tegen de 130 kilo zware redder in nood hen geen stap verder bracht. En terwijl wij de kinderen ‘in veiligheid’ brachten, klonken er allesbehalve vriendelijk klinkende woorden in Pools en plat Romeins achter ons. Sindsdien denk ik bij het zien van Benedictus aan dames met fanatieke blikken in hun ogen en mijn sterke behoefte om iemand ontzetend veel pijn te doen. En ik ben er nog steeds niet over uit wat mij nu het meest shockeerde.
Leave a Reply