Als je afgaat op het enorme aanbod aan fietsvakanties in Italië, zou je denken dat fietsen hier net zo’n doodgewoon onderdeel van het dagelijkse leven is als in Nederland.
Niets is minder waar.
Sterker nog: fietsen is risky business. In ieder geval hier bij mij in de omgeving.
Alleen de oudere dorpsbewoners, grote groepen wielrenners op zondagochtend en mensen die levensmoe zijn zie je hier op een fiets voorbijkomen. Slingerend als een auto met hoge snelheid rakelings langs ze scheurt. Of ze per ongeluk de weg afsnijdt. Iets wat je die automobilist niet helemaal kwalijk kunt nemen; die hebben nooit rekening leren houden met fietsers in het verkeer.
Hobbelige wegen en roestende fietsen
Fietsen zou misschien al meer deel van ons dagelijkse leven zijn als fietsers een eigen plekje hadden in het verkeer. Fietspaden zijn in dit deel van Italië echter een zeldzaamheid. Met soms een stukje wel en dan weer een heel stuk niet. De fietsers die er zijn, moeten dus wel over dezelfde hobbelige en met gaten gevulde weg als de rest van het verkeer. Met alle risico’s vandien.
En daarom staan onze fietsen onder de trap te verroesten.
Klein detail met grote gevolgen
Het lijkt een klein detail, een wegroestende fiets. Maar uit ervaring kan ik je vertellen dat zo’n klein detail als niet meer ‘even de fiets pakken’ grote gevolgen heeft voor de manier waarop je je leven leidt. Zeker als je kinderen in de schoolgaande leeftijd hebt, die er ook nog een paar hobby’s op nahouden. Gevolgen waar in Nederland rondfietsende familie en vrienden zich bijna geen voorstelling van kunt maken.
Nederlands begrip…
Want zolang die van mij naar de lagere school gingen, snapte iedereen dat je dag draait om het brengen en halen van het kroost. We zaten allemaal in hetzelfde schuitje en stonden allemaal dagelijks op een schoolplein.
…en onbegrip
Dat begrip veranderde echter in onbegrip op het moment dat ons Italiaanse kroost de leeftijd bereikte waarop hun Nederlandse leeftijdsgenootjes naar de brugklas gingen. Op hun nieuwe fiets. Geen haar op ons hoofd die er ook maar een seconde aan dacht om dat ook te doen. Je werpt je kinderen per slot van rekening niet voor de leeuwen.
Blijvende schoolrun en meer
En dat betekende niet ‘weer meer tijd’ om aandacht aan onze eigen dingen te besteden. Die befaamde schoolrun bleef namelijk. En werd zelfs nog bepalender voor onze dagindeling dan voorheen.
De een naar de bushalte brengen. De ander naar de school 3 kilometer verderop. Ze later weer ophalen. Op vier verschillende tijdstippen. En daarna natuurlijk nog de rest van de bezigheden buitenshuis erbij. Want waar Nederlandse kinderen zelf naar allerlei naschoolse activiteiten fietsen, bleven wij die van ons met de auto brengen. Sporten. Afspraken met vrienden. Feestjes. De bioscoop. Zaterdagavondjes uit.
Niks ernstigs, hordes Italianen doen het net als wij. Maar wel zeer bepalend voor je dagritme en niet uit te leggen aan iemand die het niet zelf aan den lijve ondervindt.
Hetzelfde schuitje
Wanneer wij onze vrijheid dan eindelijk weer een beetje terugkregen? Toen oudste zijn rijbewijs haalde!
Natuurlijk stapt hij ‘s ochtends en ‘s avonds nog in de auto bij zijn vader om naar college te gaan. Maar er hoeft niet meer gereden te worden als hij gaat sporten. En ook niet meer als hij zaterdagavond erop uit gaat. En het mooie is dat dat ook ons leven een stuk makkelijker maakt: hij brengt en haalt ook zijn zus naar haar danslessen en avondjes uit. Stappen die je wel doen slikken, maar die ook een gevoel van vrijheid geven.
En een gevoel van weer begrpeen te worden. Met een vertraging van 6 jaar zitten we weer in hetzelfde schuitje als de Nederlandse ouders die we kennen. Gelukkig maar, want nu zitten we weer in precies dezelfde fase.
Leave a Reply