Vorige week waren de plannen van de Camorra, de maffia uit Napels en omstreken, om de schrijver Roberto Saviano nog voor de Kerst te vermoorden, hot news in Italie. Nieuws dat mij zeer shockeerde: het leek eerder iets uit een spionage film, waar “lastige” mensen in koele bloede uit de weg worden geruimd dan iets wat in Europa anno nu zou kunnen gebeuren. Het leek erop dat de aandacht voor de zaak na een paar dagen minder werd, maar niks is gelukkig minder waar. Overal in het land worden er activiteiten georganiseerd als steunbetuiging aan de schrijver en als protest tegen de Camorra. Het boek ‘Gomorra’ werd bijvoorbeeld in estafettevorm voorgelezen tijdens de dagelijkse uitzending van een radioprogramma van de RAI, een napoletaanse studentenvereniging en een anti-camorra beweging riepen de studenten en de inwoners van Salerno op om een fuchsiaroze-band om de arm te dragen en op Facebook en Myspace werden pagina’s opengesteld om berichten voor Saviano achter te laten.
Maar ook internationaal is er veel aandacht door een petitie aan de Italiaanse regering die is opgesteld door een groep Nobelprijswinnaar, waaronder Dario Fo, Desmond Tutu, Michail Gorbatsjov en Gunther Grass. De petitie is al door bijna 200 duizend mensen uit Italie ondertekend en op de lijst zijn ook internationaal bekende namen te ontdekken als José Saramago, Lech Walesa, Shirin Ebadi, Ingrid Betancourt, Martin Scorsese, Spike Lee, Nanni Morretti, Jurgen Habermas en zelfs de organisatie Artsen zonder Grenzen.
Natuurlijk is het de vraag of een organisatie als de Camorra terugdeinst na al deze aandacht voor Roberto Saviano. Het antwoord is waarschijnlijk nee. Maar zoals Saviano gister schreef aan het eind van een lang artikel vol dank aan iedereen die hem de afgelopen dagen op de een of andere manier heeft laten weten achter hem te staan: “Ik heb de afgelopen jaren vaak gedacht dat het zwaarste van deze situatie het feit was dat er niemand was die op me wachtte. Nu weet ik, dankzij de handtekeningen van duizenden mensen, dat dat niet zo is, dat iets wat van mij was, van ons is geworden.” En ik denk dat het gevoel er niet langer meer helemaal alleen voor te staan, voor iemand die twee jaar lang een vrij eenzaam bestaan heeft geleid, als een warm bad moet zijn.