Een stralend zonnetje, strakblauwe luchten, temperaturen die je aan de zomer doen denken. Maar toch ruikt het al naar herfst. We hebben een echte Indian Summer dit jaar. Ideaal weer om buiten te zijn. We hebben daarom met vrienden afgesproken om voor het eerst sinds vele jaren weer eens met zijn allen de heuvels in te gaan voor een gezond dagje in de buitenlucht. Op jacht naar wat bij de herfst hoort: kastanjes.
Paddenstoelen en kastanjes
Herfst in Italië is namelijk niet alleen verkleurende bomen, vallende bladeren en eikeltjes op de grond. Herfst is ook paddenstoelen zoeken en kastanjes rapen om ze daarna op te eten. Nu ben ik persoonlijk wat huiverig wat betreft de paddenstoelen; voor je het weer zet je je tanden in de verkeerde met alle gevolgen van dien. Maar zelfs eens stadskind als ik kan een paardenkastanje van een tamme kastanje onderscheiden: zonder pluimpje zijn ze niet eetbaar! En mocht je er toch eentje proberen te eten, dan is de bittere smaak voldoende om te beseffen dat je de verkeerde te pakken hebt.
Nu moet je op de plek waar wij naartoe gaan wel heel erg je best doen om met paardenkastanjes naar huis te gaan. Op de heuveltop waar wij rapen staan voornamelijk tammekastanjebomen. Honderden. Die samen heel wat kastanjes naar beneden laten vallen. Zo veel dat die enkele wilde kastanje de spreekwoordelijke naald in de hooiberg is. En het voordeel van die grote hoeveelheid kastanjes is dat er genoeg is voor iedereen die – gewapend met plastic zakken – de top beklimt.
De kastanjejacht
Het is wel zaak om de juiste boom te vinden. Oftewel die boom waar versgevallen kastanjes onder liggen, zodat de kans op het moeten delen van de kastanje met een kastanjebewoner zo klein mogelijk is. Terwijl we gezellig bijkletsen, de gezonde boslucht opsnuiven en de kastanjes die we met een stok uit de bolster bevrijden beoordelen op glans, eventuele ongewenste gaatjes en stevigheid, vullen de plastic zakken zich sneller dan gedacht. Als de zon daalt en de zakken gevuld zijn, doemt vanzelf de vraag op waar we de oogst zullen poffen: bij de aangestoken kampvuurtjes op de heuvel of thuis in de pofpan terwijl we zelf weer wat warmer worden. Wat het antwoord ook is, je sluit een gezellige dag buiten al kastanjes pellend en etend af.
Een idylle… of toch niet?
Zo beschreven klinkt het heel idyllisch. Gezellig samen in het bos je eigen biologische kastanjes rapen en daarna poffen. Maar er zijn ook minder idyllische kanten aan zo’n dagje buiten. De buikpijn die je krijgt van ongemerkt te veel kastanjes eten bijvoorbeeld. Of de onverwachtse ontmoeting met kastanjebewoners die ondanks de strenge selectie een dag of wat later toch uit de plastic zak komen kruipen op weg naar weet-ik-veel. Niet prettig. En nu herinnert dit stadskind zich ook opeens weer waarom de laatste kastanjejacht al zo lang geleden is. Hmmm. Misschien kan ik de afspraak met die vrienden nog omzetten in een barbecue op een andere heuveltop. Ik ga even bellen.
Leave a Reply