Blog

  • Blue Monday of waarom koppensnellen niet altijd goed uitpakt

    “Maandag 19 januari wordt de meest trieste dag van 2009” was de kop van een artikel die ik een dag of wat geleden zag zonder verder te lezen. Het zinnetje bleef in mijn hoofd rondspoken: “Maandag triest, maandag het ergst, maandag een vreselijke rotdag…..”. En hoewel ik het niet wilde, beinvloedde het mij meer dan ik had gedacht. Ik stond op met het gevoel dat vandaag echt iets ergs zou gaan gebeuren. Het weer zat al niet mee, dus dat beloofde wat. Bij elk telefoontje maakte mijn hart een sprongetje, bij elk gesprek was ik voorbereid op het ergste en bij het autorijden was ik extra oplettend, want ik wilde niet eigenhandig de 19e januari in een drama veranderen. Het viel achteraf allemaal mee. Geen vervelende gebeurtenissen, niks om verdrietig van te worden, geen rampspoed. Niks, noppes, nada. Gisteravond bekroop me een gevoel van opluchting , wilde erover bloggen,maar bedacht me nog net op tijd dat er ook nog een ramp kon gebeuren tussen het tandenpoetsen, het naar bed gaan en het weer gezond opstaan op dinsdag de twintigste in. Dus wachtte ik zekerheidshalve tot vandaag.

    Had ik dat nu maar niet gedaan. Had ik me gisteren nou maar even verder verdiept in die hele “Blue Monday”. Dan had ik geweten dat een Britse wetenschapper met de naam Cliff Arnall een paar jaar geleden tot de conclusie kwam dat de maandag van de laatste volle week in januari door veel mensen als de meest trieste dag van het jaar wordt ervaren. Kerstmis lijkt lang geleden, de vakantie is nog ver weg, de goede voornemens voor het nieuwe jaar zijn goede voornemens gebleven en de creditcardrekeningen vallen op de deurmat terwijl het salaris nog even op zich laat wachten. Redenen genoeg voor depressieve gevoelens, zeker met het oog op de huidige crisis. Oh. Okay. “Blue” is wat dat alles betreft dus niet zo erg “blue” voor mij. Ik kan Cliff natuurlijk wel een extra factor voor zijn lijstje voorstellen: het niet lezen van krantenartikelen over “Blue Monday”. Want als ik me nu niet alleen tot het snellen van krantenkoppen had beperkt en even de tijd had genomen om alles te lezen, was mijn “blauwe maandag” niet zo “blue” geweest. Ik las trouwens in hetzelfde artikel dat er ook een gelukkigste dag van het jaar bestaat, ergens rond de 20ste juni. Vraag me alleen af of ik me er nu op kan gaan verheugen of niet.

  • Koud?


    Ongelovige blikken. Een schamper lachje. Het woord “veritaliaanst”. Dat zijn zo ongeveer de reacties, eventueel in onderlinge combinatie, als ik vertel dat het bij ons berenkoud kan zijn. Dat er delen van Italie zijn waar het ‘s winters koud is, dat snapt men wel, zeker als “men” wintersporters betreft. Maar Toscane?

    Nu is het natuurlijk ook bijna onvoorstelbaar: een zonnige streek als de Toscane in de kou. De meesten van onze gasten komen bij ons langs als het voorjaar losbarst of als de mussen bijna dood uit de dakgoot vallen van de hitte. Toscane, dat is de schaduw opzoeken, siesta houden en veel ijs eten. Dat dacht ik ook toen ik pas hier was. Maar daar kwam ik na mijn eerste Toscaanse winterdag gauw van terug. Voor wintergasten die voor het eerst komen, heb ik dan ook altijd een sjaal klaarliggen. En een muts. Met bijpassende handschoenen. Die zitten vaak namelijk niet in de meegebrachte koffer. Eerst lachen ze dan hard, ook van verbazing, maar uiteindelijk zijn ze er blij mee. Want de groene heuvels, maar vooral de bergen zijn vanaf begin december witgetopt. En de verkoelende zomerbries verandert in een ijzig koude wind. Buitenzijn is dan leuk, mits je stevig ingepakt bent. Als een soort van Eskimo op de Noordpool. Maar dan een ongelovige in Italie.

  • Riccardo Villari of de RAI-soap

    Dat de Italiaanse politiek vaak veel weg heeft van een soap valt niet te ontkennen. En dat de Italiaanse politiek, zoals een goede soap betaamt, onverwachte wendingen kent en blijft verrassen, werd de afgelopen week weer bewezen. Deze keer was de verbazing groter dan ooit: de regeringspartijen en de oppositie waren het voor de verandering roerend met elkaar eens. En dat op een terrein waar normaal gesproken juist heel wat te ruzieen valt: de staatstelevisie RAI.

    Vigilanza
    De RAI wordt gecontrolleerd door een parlementaire commissie met een lange naam die kortweg “Vigilanza” (bewaking) wordt genoemd. Deze Vigilanza vormt een afspiegeling van alle politieke partijen, bestaat uit 40 parlementariers en senatoren en wordt bij het aantreden van een nieuwe regering opnieuw samengesteld. De oppositiepartijen van het moment stellen een kandidaat voor uit hun gelederen die, na het verkrijgen van de meerderheid van de stemmen, voorzitter wordt van de Vigilanza.

    Stemmen
    En na de laatste nationale verkiezingen zitten de linkse partijen in de oppositie en hebben de regeringspartijen 21 stemmen in de Vigilanza. Sinds juni wordt er dan ook flink gestemd, maar zonder resultaat. De voorgestelde kandidaat, Leoluca Orlanda van L’Italia dei Valori, de partij van Antonio Di Pietro, kan de goedkeuring van de regeringspartijen niet wegdragen. “De oppositie verandert van kandidaat of wij stemmen zelf op een naam” klinkt het donderdag de 13e november in hun wandelgangen. En ondanks verwoede pogingen van Veltroni (Democratishe Partij) en Casini (Unie van Christen Democraten) om het tij binnen de oppositie te keren, weigert L’Italia dei Valori andere namen aan te dragen omdat volgens hun zeggen een principe-kwestie is geworden.

    Blitz
    Diezelfde middag heeft de 44ste stemming dan ook een bijzonder resultaat: met 23 stemmen (waarvan twee vanuit de oppositie) wordt Riccardo Villari, lid van Veltroni’s Demoratische Partij, door de regeringspartijen tot voorzitter gekozen. De oppositie is, niet geheel ten onrecht, geschokt. Het is volgens hen ondemocratisch dat de regeringspartijen zelf een kandidaat van de oppositie kiezen, zeer arrogant en een schending van de normale gang van zaken. Hier en daar worden vergelijkingen gemaakt met de handelswijze van regimes. Antonio Di Pietro spreekt Berlusconi aan met Vileda en Franceschini van de Democratische Partij vraag zich af of iemand de minister-president kan uitleggen dat de zaak Villari geen precedenten kent in 60 jaar Italiaanse republiek of in enig andere westere democratie. “De regeringspartijen botsen daar ook met de oppositie-partijen, maar ze respecteren elkaars bevoegdheden. Hier maken ze (de regeringspartijen) gebruik van sluwheden en middelmatige listen.”

    Villari
    En wat is de reactie van Villari zelf? Meteen na de uitslag belt hij zijn partijvoorzitter Veltroni om hem te verzekeren dat hij naar de Voorzitters van het Parlement en van de Senaat zal gaan om zijn ontslag in te dienen. “Ik doe niks ten nadele van de partij”, zegt hij die dag. Na een nachtje slapen verandert hij echter van mening en zegt te willen bemiddelen tussen alle partijen om een nieuwe naam voor het voorzitterschap van de Vigilanza op tafel te krijgen waarmee iedereen vrede heeft. “Alleen dan zal ik mijn ontslag indienen.” Datzelfde argument herhaalt hij in gesprek met Veltroni drie dagen later. Hij gaat bij parlementsvoorzitter Renato Schifani en bij Senaatsvoorzitter Fini langs om het te bespreken, maar wat hij daar precies verklaart, is onduidelijk. En hoewel iedereen in de oppositie optimistisch blijft en ervan overtuigd is dat Villari uiteindelijk zijn ontslag zal indienen, vergadert zijn partij voor de zekerheid over welke harde maatregelen te treffen als hij het toch niet doet.

    Nieuwe kandidaat
    Om dat te voorkomen wordt er ondertussen druk overlegd over een nieuwe kandidaat. En, verrassing, dat lukt binnen een paar dagen, hoewel (of juist omdat) L’Italia dei Valori zich afzijdig houdt. Met instemming van zowel links als rechts wordt Sergio Zavoli voorgedragen, oud-voorzitter van de RAI en man met kennis van zaken wat betreft de problemen van de Italiaanse publieke televisie. Een zeer geschikte kandidaat dus.

    Nog meer verrassingen
    Iedereen wacht nu de eerste bijeenkomst onder voorzitterschap van Villari af. Wat zal er de 20ste november gebeuren? Zal Villari doen wat hij zegt en treedt hij af? Of toch niet? En, verrassing, ondanks alles wat hij eerder beweerde, doet hij het niet. Villari neemt geen ontslag, zegt niet geinformeerd te zijn over een eventuele nieuwe kandidaat voor zijn post en laat vice-voorzitters en secretarissen kiezen. “Ik heb besloten de rol die mij is toegekend te behouden uit respect voor de gevestgde orde”, zegt hij. Iedereen is perplex.

    Kamervoorzitter Schifani vindt dat Villari zich aan zijn belofte moet houden. Berlusconi stelt dat Villari de gevestigde orde een goede dienst heeft bewezen en nu met een gerust hart kan vertrekken. Senaatsvoorzitter Fini van de Natonale Alliantie verzoekt hem dringend zijn ontslag aan te bieden nu er een akkoord is bereikt over een nieuwe kandidaat. En, een wonder, zijn politieke opponent Veltroni roept dat Fini de gevoelens van iedereen heeft weergegeven en sluit zich bij hem aan.

    En nu?
    Maar Villari houdt stand, ondanks de politieke woede die hij zich van links naar rechts op zijn nek haalt en ondanks het feit dat het dreigement hem te royeren als partijlid wordt uitgevoerd. Waarom hij toch vasthoudt aan het voorzitterschap? Oprechtheid en groot respect voor de gevestigde orde? Eigengereidheid? Het genieten van de consternatie die hij teweeg heeft gebracht en een soort van machtswellust? Alles is mogelijk, Villari zelf zegt niks.

    Zavoli overweegt ondertussen om zich terug te trekken. En de vraag rijst wat de regerende partijen nu zullen doen. Ze hadden de meerderheid in de Vigilanza om Villari te kiezen en hebben ook de meerderheid om straks de zeven leden van de Raad van Beheer van de RAI te kiezen. Met een door hen gekozen voorzitter zal dat geen al te grote prolemen opleveren. En omdat alles toch verdacht veel op een soap lijkt, zou je je bijna afvragen of het geen doorgestoken kaart is. Is het niet vreemd dat Silvio Berlusconi, die normaalgesproken graag een flinke vinger in de pap houdt waar het de televisie betreft, dit zomaar heeft laten gebeuren en nergens niks van af wist, zoals hij zei? Of is alle verbazing en woede toch oprecht? Een echte cliff-hanger. We wachten vol spanning de volgende aflevering af.

  • Een flesje olie zal nooit meer hetzelfde zijn…

    Wat is er nu idylischer dan olijven te oogsten voor echte “home-made” olijfolie terwijl je vanaf een heuveltop een prachtig uitzicht hebt over het Toscaanse landschap. Niks toch? Met die gedachte begon ik zo’n drie weken geleden vol goede moed en gewapend met een handharkje aan mijn eerste olijfboom. En toen we na zo’n drie kwartier takken rissen de eerste olijven uit het net in de kisten lieten vallen, dacht ik dat nog steeds. Wat maakte die vallende olijven een vrolijk geluid.

    Na de zesde boom vervaagde de pracht van het landschap ietwat, klonk het vallen van de olijven me minder als muziek in de oren en begon ik me af te vragen hoeveel bomen we nog te gaan hadden. Kortom, de romantiek van de olijfoogst was vervlogen. Het was gewoon hard doorwerken. Groot net om de boom spreiden, extra net laten aansluiten voor de wegrollende olijven, niet te dicht in de buurt komen van collega’s op ladders om geen olijven op je hoofd te voelen regenen, takje voor takje leegrissen, olijven in het net verzamelen, net legen in de kisten en ontsnapte olijven op handen en voeten uit het gras en de boomstronk vissen. En dat zo’n honderd bomen lang.

    Het zonnetje, het goede gezelschap en de overheerlijke lunch die we iedere dag voorgeschoteld kregen, maakte de eentonigheid van het werk echter goed. Net als de verhalen van mijn collega-olijvenoogsters, hun tips voor de inmaak van de verschillende typen olijven en, na het horen van de geweerschoten van de jagers, de recepten om wild en gevogelte te bereiden . En natuurlijk kwam na een week plukken het moment dat we met de eerste 900 kilo olijven richting frantoio vertrokken om terug te keren met zo’n 120 liter olie. Olie die de geroosterde sneetjes brood, de salade en de pizza eens zo lekker liet smaken. En terwijl ik mijn vingers aflikte en mijn mond schoonveegde, besefte ik dat ik na al het werk, nooit meer met dezelfde ogen naar een flesje olijfolie zal kijken.

  • De Italiaanse draai aan de Amerikaanse verkiezingen

    Gisterochtend verdrongen de Amerikaanse verkiezingen en de overwinning van Barack Obama al het binnenlandse nieuws in de Italiaanse nieuwsedities. En dat is vrij bijzonder in een land waar de media-aandacht voor het binnenlandse nieuws vele, vele malen groter is dan die voor alles wat buiten de landsgrenzen gebeurt. Er werd nog eens uitgebreid ingegaan op het verloop van de gevoerde campagnes, vooruitgeblikt op de toekomst, verslag gedaan van de reacties van het publiek in de VS en een analyse gemaakt van de betekenis van deze uitslag.

    Reacties
    Natuurlijk kwamen ook de reacties en de felicitaties van de diverse Italiaanse politici aan bod. De Italiaanse president Napolitano noemde de dag van de verkiezingsuitslag een dag van grote hoop en vernieuwing van het vertrouwen in de vrijheid, de vrede en een nieuwe wereldorde. Berlusconi zei er absoluut van overtuigd te zijn dat de vriendschap en de samenwerking tussen beide landen verder zal groeien en zich zal verstevigen. Op de vraag of hij een advies had voor de toekomstige president, zei hij dat hij, aangezien hij ouder is, zeker adviezen heeft en hem deze persoonlijk zal overbrengen. Walter Veltroni van de Democratische Partij stelde dat deze overwinning de hele wereld zal veranderen, de verkiezingsuitslag een gebeurtenis noemend die zich zal weerspiegelen in de geschiedenis van de VS. In zijn bericht aan John McCain drukte hij zijn bewondering uit voor de houding van de verslagen presidentskandidaat, “één van saamhorigheid om samen te werken aan de toekomst van de VS en niet één van verdeeldheid of conflict. Het bewijs van de vitaliteit van de Amerikaanse democratie.”

    Gesteggel
    Maar in grote tegenstelling tot de Amerikaanse eengezinsheid, vormden aan de andere kant van de grote plas de Amerikaanse verkiezingen een goed aanknopingspunt voor zowel de regering als de oppositie om hun onderlinge verschillen nog eens te tonen. Berlusconi verklaarde dat de Democratische Partij Obama als één van de hunnen beschouwd “met het verschil dat hij heeft gewonnen en zal regeren, terwijl zij verloren hebben en het werk de komende vier jaar maar beter aan ons kunnen overlaten”. Veltroni stelde dat als de Italiaanse regering partij kiest voor Obama, het een groteske vertoning zou zijn (iets waar hij geen ongelijk in heeft, gezien de grote voorkeur die Berlusconi tot vlak voorde verkiezingen had voor de Republikeinen). En in de Senaat riep Anna Finocchiaro van de Democratische Partij Maurizio Gasparri van Berlusconi’s partij ter verantwoording over zijn uitspraak die ochtend dat “met Obama in het Witte Huis Al-Qaeda waarschijnlijk een stuk tevredener is” en eiste dat hij zijn excuses aan de Amerikaanse ambassadeur zou aanbieden. Gasparri reageerde daarop met te zeggen dat zij zich niet als nieuwe woordvoerster van de Amerikaanse president hoeft te gedragen en dat haar toon overdreven en buiten proportie was. Dit alles bleef natuurlijk niet onopgemerkt in de media en de nieuwsedities kregen gister aan het eind van de dag langzaamaan weer het onmiskenbare, Italiaanse tintje met Italiaanse hoofdrolspelers. En vandaag is het alsof het nooit anders is geweest.

  • Protesten in Italiaans onderwijs gaan door, ondanks goedkeuring Gelmini-decreet

    In het Italiaanse onderwijs wordt regelmatig gestaakt: per schooljaar zijn er gemiddeld vier schooldagen waarop het “juist functioneren van de school” niet wordt “gegarandeerd”. De redenen van de stakingen zijn niet altijd duidelijk, niet elke school en zelfs niet elke leerkracht doet er aan mee en de lessen op onze dorpsschool gaan normaal gesproken gewoon door, de klassen van eventueel stakende juffen verdelend over de rest van de school.

    Vrijdag de 17e
    Dat de staking van vrijdag 17 oktober een stuk serieuzer zou worden, was vanaf het begin duidelijk. Naast de aankondiging ervan die een week eerder al werd meegegeven, hing er  woensdag 15 oktober een poster aan het schoolhek met de uitleg van het waarom van de staking. De loodzware rugtassen met het huiswerk voor maandag kwamen al op donderdag in plaats van op vrijdag mee naar huis. En de juffen drukten donderdags de ouders op het hart om vooral hun kinderen naar school te brengen en niet met de bus mee te sturen om er zeker van te zijn dat er les gegeven zou worden, een veeg teken waar normaal gesproken vrij laconiek over een staking wordt gedaan. Het sterke vermoeden dat er echt gestaakt zou worden, werd vrijdagochtend bevestigd: de poort van ons schooltje was met een dikke ketting afgesloten.

    Gelmini
    De oorzaak van deze plotse actie-bereidheid is het Gelmini-decreet dat op 9 oktober door de Italiaanse Kamer werd aangenomen. In dit korte wetsvoorstel worden hervormingen van het onderwijs beschreven die miljarden euro’s bezuinigen tot gevolg hebben: minder leerkrachten en het terugbrengen van het aantal verplichte lesuren tot 24 op lagere scholen, waardoor zogeheten “voltijdsscholen” de extra lesuren uit eigen kas moeten betalen. Scholen met minder dan 50 leerlingen gaan dicht, waardoor in kleine berggemeenten en op kleine eilanden de lagere scholen zullen verdwijnen. In het voortgezet onderwijs, in Italie opgedeeld in “scuole medie” en “scuole superiori”, wordt ook het aantal lesuren verminderd, waardoor naar schatting de banen van 87.400 leerkrachten en die van 44.500 administratieve, technische en extra krachten overbodig worden. Daarnaast houdt het decreet forse bezuinigingen in voor de universiteiten en de daaraan verbonden onderzoekscentra, die eerder al een groot deel van hun financiering gebruikt zagen worden om het noodlijdende Alitalia een financiele injectie te geven. Zo’n 60.000 onderzoekers zullen zonder baan komen te zitten, omdat de kans om aan de slag te blijven vrij klein is: voor elke vijf professoren die met pensioen gaan, zal slechts één onderzoeker worden aangenomen.

    Protestacties

    Het was dan ook niet alleen onze dorpsschool die meedeed aan de staking tegen het wetsvoorstel van minister Gelmini. Sinds vrijdag de 17e zijn er uit protest scholen van het voortgezet onderwijs en universiteiten bezet door scholieren en studenten onder het toeziend oog van vele docenten. Op onder andere de Piazza Duomo in Milaan en de Piazza Montecitorio in Rome worden in de buitenlucht colleges gegeven en men organiseert demonstraties door het hele land in een poging de gevolgen die het omzetten van het decreet in wet heeft, te voorkomen. Een zo’n massaal en nationaal protest is lang niet gezien in Italie en er worden vergelijkingen gemaakt met de studentenprotesten van 1968.

    Berlusconi
    Berlusconi en zijn regering lijken alles vrij onaangedaan te bekijken en gaven vanaf het begin aan te kennen dat er niks zou worden veranderd aan het decreet. Berlusconi riep halverwege vorige week dat hij ordetroepen zou inzetten om scholen en universiteiten te ontruimen, maar herriep die uitspraak binnen 24 uur, de schuld gevend aan de media die hem (weer eens) niet goed begrepen zouden hebben. De protesten zouden volgens hem voortkomen uit de koker van de linkse oppositie, onder leiding van Walter Veltroni, hoewel er ook rechtse studentengroeperingen meedoen aan de protesten.

    Senaat: voorstel goedgekeurd
    En het lijkt er op dat het allemaal niks heeft mogen baten: vanochtend werd het wetsvoorstel met 162 stemmen voor en 134 tegen aangenomen in de Italiaanse senaat. Hoe zal het nu verder gaan? De studentenorganisaties, die gisteren en vandaag ook protesteerden voor het senaatsgebouw in Rome, hebben aangekondigd verder te gaan met hun vreedzame acties. De rectoren van alle universiteiten lieten eerder al unaniem weten hun functie neer te leggen mocht het decreet aangenomen worden. Morgen zal er verder, net als de afgelopen 17e oktober, opnieuw overal gestaakt worden in het onderwijs. In Rome is er een demonstratie georganiseerd, waarvoor 9 extra treinen en zo’n 1000 bussen worden ingezet om er mensen uit het hele land naar toe te brengen. Het is nog niet afgelopen, zoals Anna Finocchiaro, senator voor de Democratische Partij van Walter Veltroni, al aankondigde.

  • Roberto Saviano: niet meer helemaal alleen

    Vorige week waren de plannen van de Camorra, de maffia uit Napels en omstreken, om de schrijver Roberto Saviano nog voor de Kerst te vermoorden, hot news in Italie. Nieuws dat mij zeer shockeerde: het leek eerder iets uit een spionage film, waar “lastige” mensen in koele bloede uit de weg worden geruimd dan iets wat in Europa anno nu zou kunnen gebeuren. Het leek erop dat de aandacht voor de zaak na een paar dagen minder werd, maar niks is gelukkig minder waar. Overal in het land worden er activiteiten georganiseerd als steunbetuiging aan de schrijver en als protest tegen de Camorra. Het boek ‘Gomorra’ werd bijvoorbeeld in estafettevorm voorgelezen tijdens de dagelijkse uitzending van een radioprogramma van de RAI, een napoletaanse studentenvereniging en een anti-camorra beweging riepen de studenten en de inwoners van Salerno op om een fuchsiaroze-band om de arm te dragen en op Facebook en Myspace werden pagina’s opengesteld om berichten voor Saviano achter te laten.

    Maar ook internationaal is er veel aandacht door een petitie aan de Italiaanse regering die is opgesteld door een groep Nobelprijswinnaar, waaronder Dario Fo, Desmond Tutu, Michail Gorbatsjov en Gunther Grass. De petitie is al door bijna 200 duizend mensen uit Italie ondertekend en op de lijst zijn ook internationaal bekende namen te ontdekken als José Saramago, Lech Walesa, Shirin Ebadi, Ingrid Betancourt, Martin Scorsese, Spike Lee, Nanni Morretti, Jurgen Habermas en zelfs de organisatie Artsen zonder Grenzen.

    Natuurlijk is het de vraag of een organisatie als de Camorra terugdeinst na al deze aandacht voor Roberto Saviano. Het antwoord is waarschijnlijk nee. Maar zoals Saviano gister schreef aan het eind van een lang artikel vol dank aan iedereen die hem de afgelopen dagen op de een of andere manier heeft laten weten achter hem te staan: “Ik heb de afgelopen jaren vaak gedacht dat het zwaarste van deze situatie het feit was dat er niemand was die op me wachtte. Nu weet ik, dankzij de handtekeningen van duizenden mensen, dat dat niet zo is, dat iets wat van mij was, van ons is geworden.” En ik denk dat het gevoel er niet langer meer helemaal alleen voor te staan, voor iemand die twee jaar lang een vrij eenzaam bestaan heeft geleid, als een warm bad moet zijn.

  • Ho giocato tre numeri al lotto…..

    Dit liedje van Renato Carosone kwam meteen in me op toen ik vanochtend las dat de Italianen gegrepen zijn door de goudkoorts. In de Superenalotto is de jackpot opgelopen tot 77 miljoen euro en getuige het grote aantal lottobriefjes dat de afgelopen week is verwerkt, 50 miljoen in plaats van de 29 miljoen vorige week, hebben heel wat Italianen in deze tijden van financiele crisis hun hoop gevestigd op het winnen van de prijs. En ook al winnen ze niet (en dat zullen er vrij veel zijn), psychologen hebben al verklaard dat zelfs het uitgeven van één euro om mee te doen aan het spel, de stress en de spanning van deze barre tijden al verlichten.

    De vraag wat je met zo’n berg aan geld zou doen, krijgt nu natuurlijk wel een extra dimensie: alles contant incasseren en in een stel oude sokken onder een matras bewaren met het risico dat het door ongewenst bezoek wordt meegenomen. Of toch op een bankrekening zetten met het risico dat het gebruikt wordt om één of ander gat te dichten. Luxe problemen, zullen we maar zeggen. En het is leuk dat wij die tot de trekking vanavond ook eens hebben.

  • Goed geintegreerd…of toch niet?

    Wie Italië zegt, denkt naast de geijkte termen als zon, zee, zand en maffia ook aan dingen als soepel omgaan met regels, de daarmee gepaard gaande ontspannen manier van leven en een zekere vriendelijkheid en galantie waar het het sociale verkeer betreft. Niks lijkt een groter schrikbeeld te zijn voor een Italiaan als het slaan van een “brutta figura”. Maar soms doet iets simpels je inzien dat je het misschien helemaal bij het verkeerde eind hebt.

    Zo stond ik van de week met een knorrende maag in de supermarkt en om te voorkomen dat ik vanwege die trek te veel zou inslaan, besloot ik een stukje pizza te kopen. Er stond niemand naast me aan de toonbank, dus was ik de eerste die geholpen zou worden. Dacht ik. Want op het moment dat de pizzabakker zich omdraaide en me wilde vragen wat ik wilde hebben, wrong zich een dame tussen mij en de toonbank in, wapperde met een nummertje dat ze een fractie van een seconde eerder had getrokken, lachte mij toe alsof het de normaalste zaak van de wereld was en zei: “Het is mijn beurt, ik heb het eerstvolgende nummer”. De verbouwereerde pizzabakker keek naar de dame in kwestie, toen naar mij met een vragende blik en ik kon alleen maar uitbrengen: “Had ik dan een nummertje moeten trekken?…”

    Eenzelfde verbazingwekkende ervaring had ik een paar dagen later. Sinds een paar jaar wordt er bij ons aan judo gedaan en de ervaring leert dat zo gauw de school begint, ook de trainingen weer van start gaan. En mocht je het niet helemaal zeker weten, dan bel je de coach om over koetjes en kalfjes te praten en even te vragen naar het wanneer en het hoe laat. Dit jaar ontvingen we voor het eerst een officiële brief, met de dag en het uur. Er was verder niks nieuws onder de zon, behalve de brief zelf dan. Er werd echter tijdens de eerste training een heftige discussie gevoerd. Sommigen hadden die brief nog niet ontvangen, wisten officieel niet dat we weer begonnen en kwamen daarom niet opdagen. Maar hadden wel even gevraagd dit manco door te geven…

    Deze gebeurtenissen geven me het idee dat ik als “allochtoon” in Italië misschien Italiaanser ben geworden dan de doorsnee Italiaan. Want hoewel de omstandigheden heel anders waren, kwamen de twee gebeurtenissen in principe op hetzelfde neer: het je extreem strikt aan regels houden of het nu gaat om de volgorde waarin je geholpen wordt of een officiele uitnodiging. En dat zich strikt aan geschreven en ongeschreven regels houden is naar mijn gevoel zeer onitaliaans, want niet altijd even elegant of beleefd. Of zou ik het misschien niet goed begrepen hebben en is het juist een Italiaanse leefregel die niet alleen in het groot, maar dus ook in het klein wordt gebruikt: pas geschreven en ongeschreven regels naar omstandigheden toe, zodat je er zelf voordeel uithaalt? Ik zal het de komende tijd eens extra in de gaten houden. Eén ding zou jammer zijn als mijn vermoeden waar blijkt te zijn: blijf ik toch voor altijd een buitenlander die, ondanks veel Italiaanse trekjes, nooit helemaal geintergreerd zal zijn.

  • Herfst in Italië

    Je kunt het het beste omschrijven als struisvogelpolitiek, dat wat ik toe nu toe heb gedaan. Ondanks dat we vrienden en bekenden na onze vakanties weer begroet hebben en weer helemaal bijgepraat zijn, ondanks dat iedereen langzaamaan weer is begonnen met het dagelijkse leven op school of werk en ondanks dat clubjes en trainingen weer volop draaien. Tegen beter weten in probeerde ik vooral het gevoel dat bij de zomer hoort vast te houden: zo min mogelijk moeten, alleen maar denken aan de mooie dag van vandaag en je vooral niet bezighouden met wat zich in de buitenwereld afspeelt.

    Maar vanochtend was alles opeens anders. Het regende pijpenstelen. En nu nog. En als we de voorspellingen moeten geloven de rest van het weekend ook. Kortom, de herfst houdt zich dit jaar netjes aan de kalender en zet in. De wereld buiten ziet er opeens een stuk grilleriger uit en ik ontwaak helemaal uit mijn “zomerslaap”. En als ik na drie lange zomermaanden voor het eerst weer de krantenpagina’s langssurf, merk ik dat ze in de buitenwereld niet zo stil hebben gezeten als ik. Er is weer van alles en nog wat aan de hand en ik heb geen flauw idee waar ze het over hebben: dat Alitalia op het randje van het faillissement balanceerde wist ik, maar dat een mislukte reddingspoging wordt toegejuicht door de piloten? Een discussie binnen de Italiaanse Alleanza Nazionale, een volgens mij vrij fascistische partij, of ze nu wel of niet anti-fascisten zouden moeten zijn en zo ja, in hoeverre? Geen brood kopen en niet tanken bij de Total als protest tegen de prijzen die de pan uitrijzen? Het wordt tijd dat ik weer de kranten ga bijhouden, niet meer de journaals wegzap en de discussieprogramma’s volg om op de hoogte te blijven van alles wat er gebeurt. Maar één weekendje rust kan nog wel. Vanaf maandag doe ik weer mee.